Auteur: van Katwijk, d.d. 31-10-2012
Onder het huidige recht kan de meemoeder alleen via de adoptieprocedure juridisch ouder worden. Dit vereist een gang naar de rechter waar de nodige kosten aan verbonden zijn. Ook leert de ervaring dat dit door de meemoeder wordt ervaren alsof haar capaciteiten als moeder moeten worden goedgekeurd door de rechtbank.
Het doel van het wetsvoorstel is het sneller tot stand laten komen van het juridisch ouderschap van de meemoeder. Het wetsvoorstel regelt dat de vrouwelijke partner van de moeder de juridische ouder van een kind kan worden zonder dat daarvoor een gerechtelijke procedure is vereist. Daarnaast prevaleert de bescherming van het sociale ouderschap boven het vasthouden aan het (vermoeden) van biologisch ouderschap. Tot slot wordt de tekst van de wet gewijzigd en wordt gesproken over ouderschap in het algemeen in plaats van vader- of moederschap; het afstammingsrecht wordt dus sekseneutraal.
Er worden verschillende wijzigingen van het afstammingsrecht voorgesteld:
- het moederschap van rechtswege;
- de erkenning door de meemoeder;
- de gerechtelijke vaststelling van het moederschap; en
- de mogelijkheid voor vervangende toestemming voor erkenning door de zaaddonor die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat.
Voor het moederschap van rechtswege gelden twee vereisten: een huwelijk én een onbekende zaaddonor. Hoewel het geregistreerd partnerschap in veel gevallen gelijk wordt gesteld met het huwelijk is dat in het huidige wetsvoorstel niet het geval.
Naast het moederschap van rechtswege wordt voorgesteld dat de meemoeder de juridische moeder van het kind kan worden door erkenning. Erkenning is mogelijk in die gevallen dat het moederschap niet van rechtswege ontstaan, dus als het kind wordt geboren buiten het huwelijk of als het kind (binnen het huwelijk) is verwekt met het zaad van een bekende donor. Voor de erkenning van het kind door de meemoeder heeft zij schriftelijke toestemming nodig van de biologische moeder.
Tot slot kunnen in het nieuwe wetsvoorstel zowel de biologische moeder als het kind gerechtelijke vaststelling van ouderschap van de meemoeder verzoeken. De voorwaarde hiervoor is dat de meemoeder als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad.
Bij het debat in de Tweede Kamer hebben verschillende partijen gepleit voor de mogelijkheid van meerouderschap, dat wil zeggen dat naast de biologische moeder en de meemoeder ook de donor - die in een nauwe persoonlijke betrekking tot kind staat - juridisch ouder van het kind kan worden. De staatssecretaris zet kanttekeningen bij het meerouderschap, maar gaat een onderzoek in stellen naar de mogelijkheden.
De kamer stemt op 30 oktober a.s. over het wetsvoorstel.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Aline van Katwijk van de sectie Familie- en erfrecht (vankatwijk@potjonker.nl)
telefoon 023 – 553 02 30.
Zoek jij een zaaddonor of wensouder die bij je past?